Chr. A. van Deventer
Zeemanlaan 9 – 3572ZC Utrecht.
Aan: Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrecht,
p/a Stadsontwikkeling, de afdeling Juridische, Administratieve en Secretariële Zaken
(JAS),
Postbus 8406, 3503 RK Utrecht.
Betreft: Zienswijze HZ_WABO-11-02509 - A.B.C.-straat 20.
Utrecht, 10 april 2011.
Geachte College,
In Ons Utrecht van 23 maart jl. onder Gemeenteberichten week 12, heb ik gelezen over de aanvraag nieuwe omgevingsvergunningen dat er een bouw/ontwikkelingsplan ter visie ligt
voor het perceel A.B.C.-straat 20 onder kenmerk HZ_WABO-11-02509.
Graag maak ik van de mogelijkheid gebruik om mijn zienswijze op dit plan aan u bekend te maken.
Dit bouwplan betreft een restauratie en herinrichting van een hofje naar woonhuis met atelier.
In mijn zienswijze ga ik in op de aard en historie van het hofje, de voorgenomen restauratie en het gebruik daarvan.
Aard en historie van dit hofje.
Het betreft hier het restant van de Sionscameren. Een van oorsprong 15e eeuws hofje met 12 woningen/cameren bestemd voor armen die minimaal 50 jaar oud waren; later aangevuld met nog 3 huisjes. Begin 16e eeuw worden ze door de stichters Claes Govertsz Cas (schoenmaker en ridder Gods van Jeruzalem) en zijn vrouw Clara in beheer overgedragen aan het Barthlomeus gasthuis. Het onderhoud werd betaald uit het vruchtgebruik van 2 aan de Nieuwe Gracht gelegen huizen, in welks tuinen het hofje gerealiseerd werd.
Verbouwingen en vernieuwingen hebben veelvuldig plaats. Ze blijven in gebruik als huisjes voor oudere armen tot in de jaren 50 van de 20e eeuw.
Dan volgt een snel verval, onbewoonbaarverklaring, gedeeltelijke sloop en afvoeren van de monumentenlijst.
Deze monumentenstatus heeft het hofje nu overigens weer wel; namelijk als gemeentelijk monument.
Hoewel Utrecht sinds eeuwen vele hofjes/armenwoningcomplexen heeft gehad zijn de Sioncameren toch bijzonder te noemen. De Utrechtse hofjes, zeker de oudere, hebben bijna allen een bouwvorm van een rij huisjes/cameren in een straat/steeg langs de rooilijn.
De Sionscameren liggen niet langs een rooilijn in steeg of straat, maar in een besloten hof/tuin, welke toegankelijk is via een poortje tussen 2 huizen aan de Nieuwe Gracht. Een gevelsteen met naam “Sionscameren” boven het poortje geeft aan dat dit de toegang tot de Sionscameren is.
De voorgenomen restauratie en gebruik van het restant van de Sionscameren.
Hoewel het verval en gedeeltelijke sloop van de cameren in de afgelopen 60 jaar het orginele karakter van het hofje sterk aangetast hebben is het voor het nu overgebleven restant zeer de moeite waard dit te herstellen en te behouden als belangwekkend monument in onze stad.
Het is daarom zeer te prijzen dat de opdrachtgever van dit bouwplan dit goede voornemen heeft.
Toch wil ik u mijn zienswijze op deze restauratie en dit bouwplan kenbaar maken.
Allereerst pleit ik voor een zo groot mogelijk hergebruik van het orginele materiaal.
Ik denk hierbij aan balken en kapvoeten. Waar deze gedeeltelijk vergaan zijn zouden deze “aangelast” dienen te worden.
Bij het herstel van de kappen/daken verdient het aanbeveling zoveel mogelijk de oude dakbedekking, i.c. de oud Hollandse dakpannen te hergebruiken en/of daarmee aan te vullen.
De resterende pannen betreffen rechtssluitende Oudhollandse rode en gesmoorde pannen.
Bij het herstellen en terugplaatsen van de dakkapellen verdient het aanbeveling te onderzoeken of de waarschijnlijk nog aanwezige oude dakkapel op een van de zolderingen nog hergebruikt kan worden.
In ieder geval zou deze voor reconstructie van de nieuw te plaatsen dakkapellen gebruikt kunnen worden.
In dit bouwplan vind ik 2 nieuwe trappen terug voor ieder rijtje huisjes een trap.
Is dit echt nodig en zijn de oude trappen voor zover nog aanwezig en/of te herstellen, te her- gebruiken?
Zie ook mijn eerdere opmerking over behoud/hergebruik van authentiek bouwmateriaal.
De vloeren. Het is bekend dat de vloeren in de huisjes in de loop der eeuwen vernieuwd en ook in nivo verhoogd zijn. Ik pleit voor het handhaven en al dan niet terugbrengen van de plavuizenvloeren uit 1740. Voor zover aanwezig of mogelijk nog aan te brengen, verdient het aanbeveling te onderzoeken of betonnen vloeren al dan niet een nadelige invloed hebben op de vochthuishouding van het muurwerk.
Voor de aanwezige waterput pleit ik voor behoud. Wel dient bekeken te worden of het gewelf van deze put nog in goede staat is en of de aanwezigheid van deze put beperkingen met zich meebrengt m.b.t. de vloer/bovenbelasting ter plaatse.
Voor de reconstructie van de ramen pleit ik voor de situatie zoals die in 1960 was.
Raadpleging van de onderzoeksresultaten en de reconstructietekeningen van prof. Dr. Ir. C.L. Temminck Groll uit 1960 m.b.t. de Sionscameren is voor de planvorming en uitvoering daarvan zeer gewenst.
(het ritme..)
Zie verder volgende kaart